Val Vlieg


woorden dansen

Danslokaal 4

In Danslokaal krijgen jonge choreografen de kans een kort werk te creëren met de professionele dansers van Conny Janssen Danst. Dit jaar was Danslokaal 4 en net als eerdere edities vindt het plaats in de studio’s van Conny Janssen Danst in de voormalige HBS aan de Henegouwerlaan in Rotterdam. Doordat er weinig publiek in de zaal kan is de sfeer intiem. We verzamelen in de kantine, die nu even dienst doet als foyer en waar vrijwilligers drankjes verkopen, ook in de pauze. Conny Janssen zelf doet trots de inleiding. Van de drie choreografieën is mij de tweede, de middelste het best bij gebleven. Het is de enige waarvan het narratief niet gebaseerd is op de psychologie van het subject of op de dynamiek van de verhoudingen tussen man en vrouw. De maker Connor Schumacher stelt dat het hem gaat om situaties (zie dit vraaggesprek). De titel is navenant, grootboek-termen die verslag doen van situaties: Asset, liability and equity (Bezit, schuld en vermogen). De choreografie heeft een motto van Bertold Brecht meegekregen:
De wet is slechts gemaakt voor één ding: de onderdrukking van degenen die hem niet begrijpen, of die door naakte ellende niet in staat zijn om te gehoorzamen (zie folder danslokaal 4)
We zien drie dansers, pierrot maskers geschminkt. Ze beginnen een ‘show dans’ , acrobatisch, zwierig en een mime die ons wil vragen het niet zo serieus te nemen. De mime is licht verontrustend, kondigt de overgang aan die volgt na een harde knal. De show valt direct weg en de drie gaan elkaar te lijf, trekken aan elkaars kleren, achtervolgen elkaar. Ze benaderen elkaar agressief, niets ontziend. Proberen elkaars bedekking weg te trekken. Een scherpe pieptoon maakt hen onrustig, ze proberen nog wel aan elkaar te trekken, maar bij de derde pieptoon staan ze weer in de uitgangspositie voor de ‘show dans’. Dit wordt drie keer herhaald. Iedere keer is de ‘show dans’ verder aangetast door de strijd, gescheurde kleren, verbeten houdingen – steeds meer naakte ellende. De strijd is heftig en sterk seksueel gekleurd. Toch domineert het geweld en niet de seksualiteit. De dansers proberen niet elkaar geslachtelijk te benaderen, maar proberen de bedekking ervan die de ander op wil houden weg te nemen. Zo proberen ze elkaar te compromitteren. Dat lukt steeds beter en de ‘show dans’ wordt steeds naargeestiger. Vooral het mime stuk dat wil vertellen dat het allemaal maar show is krijgt steeds grimmiger trekken. Na de tweede ‘show dans’ wordt de strijd heviger, wilder en hysterischer. Het wegtrekken van kleding, die al gehavend is, gaat makkelijker en het ophouden van de schone schijn wordt moeilijker. Hun schuld aan elkaar neemt toe, bezit en vermogen nemen af. Wat aan bestaan goed lijkt is wat wij er zelf in stoppen, wat we zien is het vermogen een nette show neer te zetten, hoe gehavend ook de gelijktijdige strijd ons laat. Schone schijn onderdrukt en ook al vechten we tegen de onderdrukking, we raken beschadigd ongeacht of dat komt omdat we niet gehoorzamen of omdat we het niet begrijpen. Dat maakt de choreografie sterk, maar in hoeverre het nu eerder een performance is en minder een dansstuk blijft de vraag. De fysicaliteit van de strijd is een louter aanwezig zijn in een intentie, waarvoor niet per se dansers nodig zijn. De ‘show dans’ is te simpel om de choreografie volume te geven en bij mij bleef uiteindelijk een gevoel van gemis. Misschien dat een uitvoeriger stilering van de strijd, toch de kern van het idee, beter geweest was. Daarbij denk ik aan een choreografie van Crystal Pite waarin ze dansers tot een kluwen laat samenballen en als een nieuw beest laat opereren, heel even maar. Het is een verademing dat het narratief van de choreografie niet gebaseerd is op de verhoudingen in een relatie, zoals tussen man en vrouw, de spanning is veel basaler, veel echter. Het is niet de spanning van mensen die al ‘wat met elkaar hebben’ voor ze gaan vechten, het is geen romantische illusie. Het is een elkaar aftroeven, elkaar niet alles gunnen, soms zelfs wat helpen, maar toch steeds de schijn ophouden van een harmonieus geheel. Dat gaat niet alleen op voor thuis, maar ook op het werk, op school, overal en met iedereen om ons heen. Connor Schumacher maakte tot nu toe choreografieën voor zichzelf, ik hoop nu wel vaker choreografieën voor en / of met anderen van hem te zien, want juist het omgaan met de ander is hier mooi en verontrustend uitgewerkt. (met dank aan Yuen Yee voor de inspirerende discussies)

René